BROEDVOGELS
Achtergrondinformatie
Toelichting bij de methode
Aanpak nacht-active soorten

In 1999 zijn laat in het seizoen enkele integrale bezoeken (kiskras door meerdere telgebieden) in de avondschemering gebracht voor Nachtzwaluw, Houtsnip en Ransuil. Verder zijn voor nacht-actieve soorten geen speciale ronden gebracht. Wel is afgesproken een deel van de bezoeken meer dan een uur voor zonsopgang te starten, speciaal voor waarnemingen van Bosuil en Houtsnip. Bosuil is hierbij soms tot roepen verleid door zelf op de handen te blazen. Michel kon dit heel goed.
Verder zijn van enkele uilen territoria gesprokkeld door de bosbodem goed te lezen (voor wie geen uil kan nabootsen): rustplekken en uitkijkposten zijn voorspelbaar en vondsten van Bosuil-veertjes en Ransuil-veertjes zijn als waarnemingen meegeteld.
Gebieden met geschikt biotoop voor nachtelijk actieve Rallen zijn ook in de heel vroege ochtendschemer onderzocht. Aangezien de moerasjes in de duinstreek voedselarm en zandig in plaats van slikkig zijn, loont onderzoek met tapen de moeite niet: voor Waterral geschikte plekken zijn zo schaars, dat ze allen in de nanacht te onderzoeken zijn. Er is in 1999 afentoe getaped, zonder noemenswaardige resultaten (niet meer vogels dan bekende spontaan roepende vogels).

In 2004 is op vergelijkbare wijze gewerkt, echter zonder tapen.

Het heeft slechts in beperkte mate zin om de minuten per hectare als maat voor nachtelijk onderzoek te nemen, want daar waar de waarnemer hoge verwachtigen had, maar geen vogels kon vinden, zal verhoudingsgewijs de meeste tijd besteed zijn. Op sommige plekken (bijv uitkijkpost Visserschpad) is in 2004 driemaal ‘s avonds gepost voor baltsende Houtsnippen (geen resultaat) en op andere geschikte plekken in het geheel niet, omdat daar al tijdens de reguliere kartering baltsende snippen waren waargenomen.