BROEDVOGELS
Achtergrondinformatie
Toelichting bij de methode
Weersomstandigheden

Veldgegevens laten zich makkelijk verzamelen tijdens mooi weer, de kans dat een zingende vogel aan de aandacht ontsnapt is dan gering, omdat het geluid vèr draagt en de vogel langdurig zingt. Bij slecht weer daarentegen, kan het voorkomen dat een moeizaam gesprokkelde waarneming niet op papier komt, omdat de kaart een doorweekt papje geworden is.
Het weer tijdens broedseizoen 2004 was niet zo mooi als in 2003, maar toch beslist heel redelijk.
De maand maart was zonnig en hierdoor verliep de kartering van Boomklever, Appelvink, Kleine Bonte Specht en Grote Lijster zeer succesvol.
Ook tijdens de tweede en derde ronde was het weer redelijk. Begin mei was zelfs vrij warm en zonnig, goed genoeg voor prima gegevens van soorten met 1 mei als datumgrens, zoals Grasmus en Boompieper.
De dagen tijdens de ronde na 10 mei waren echter relatief koud, soorten als Nachtegaal en Zomertortel zongen weinig, vooral na zonsopkomst viel het tegen. Gelukkig waren begin juni de temperaturen weer op niveau, wel gingen afentoe werkdagen door regen verloren.
Tijdens het begin van de laatste ronde zat het weer hardnekkig tegen. Er was een heftige storm van drie dagen; menig jonge vogel legde het loodje. Het doel van deze vijfde ronde was aanvullingen op de gegevens van enkele laat-broedende soorten verzamelen, wat lastig is als er geen jongen zijn. Tot begin juli lukt het meestal nog om nuttige gegevens te verzamelen, tijdens de kartering van 2004 is de laatste ronde echter grotendeels in het water gevallen. Ook het controleren van uitgevlogen roofvogelnesten was lastig omdat de kalkring onder het nest was weggespoeld.