BROEDVOGELS

Achtergrondinformatie

Toelichting bij de methode

Het bezoekschema

Het bezoekschema van de vijf ronden kent deadlines die afgestemd zijn op de interpretatiecriteria van de te onderzoeken soorten. De ronden zijn zo optimaal mogelijk gespreid over het seizoen:

1^e ronde: voor eind maart
2^e ronde: 31 maart - 20 april
3^e ronde: 20 april - 10 mei
4^e ronde: 10 mei - 20 juni
5^e ronde: na 20 juni

Om de samenhang tussen het bezoekschema en de interpretatiecriteria van de te onderzoeken vogels te verduidelijken, volgen enkele voorbeelden van datumgrenzen zoals die worden gehanteerd in het SOVON-BMP:
Kruisbekken beginnen met broeden in februari en in april is hun seizoen voorbij.
Wilde Eend moet tenminste 2x gezien zijn, waarvan minimaal 1x voor 20 april.
Zingende Grasmussen worden op de avond van 30 april nog als doortrekker beschouwd, maar tellen op de ochtend van 1 mei als territorium.
Nachtegalen moeten na de twaalfde dreun van de kerktoren in de nacht van 9 op 10 mei nog zingen om mee te tellen.
Wielewaal, Grauwe Vliegenvanger, Paapje en Tapuit mogen nog tot ver in juli geteld worden, maar tellen pas vanaf 1 juni.
En voorzover Bijeneters wel eens in Nederland broeden, dan gebeurt dit pas in juli of augustus.
Niet elk gebied kan volgens het meest optimale bezoekschema "15 maart, 20 april, 1 mei, 15 mei, 20 juni" worden onderzocht.
Bij sommige telgebieden valt de derde ronde op 30 april. Met als gevolg dat Grasmussen pas meetellen bij de vierde ronde, die twee à drie weken later plaatsvindt. De activiteit van de Grasmussen is dan echter zo ingezakt, dat bevestiging van alle waarnemingen amper haalbaar is. Bij een dergelijk telgebied treedt mogelijk een methodische fout op: Een deel van de niet bevestigde Grasmussen wordt mischien onterecht als doortrekkers beschouwd.
Op vergelijkbare wijze heeft 9/5 als datum voor de derde ronde gevolgen voor de Nachtegaal-gegevens van het betreffende telgebied.
Sommige soorten die in open duin voorkwamen zoals Wulp, Patrijs en Wilde Eend maakten vroeger een bezoekschema met meerdere ronden voor eind april in open duin noodzakelijk. Nu zijn daar alleen Roodborsttapuit, Ekster en Zwarte Kraai van belang. Telgebieden in open duin kunnen tegenwoordig met een verlaat bezoekschema worden onderzocht?