Wolder Courant 6 februari 2002

Deze laatste bijdrage van de reeks is geschreven door de heer J.A.M. van Spaandonk, contactambtenaar voor het roekenbeleid bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visseiij in Den Haag. Op verzoek van de werkgroep 'Roeken in de Wolden' heeft hij het beleid voor de komende jaren uiteen gezet.

Europese en nationale wetgeving

Op 1 april 2002 treedt de Flora- en faunawet in werking. De roek is aangewezen als beschermde vogel op grond van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van die wet.

De Flora- en faunawet verbiedt onder meer
-  het doden, verwonden, vangen en verontrusten van beschermde vogels,
-  het beschadigen, vernielen, uithalen, wegnemen of verstoren van nesten of vaste rust- en verblijfplaatsen van
   beschermde vogels, en
-  uit het nest nemen, beschadigen of vernielen van eieren van beschermde vogels.

Deze verbodsbepalingen zijn vervat in de artikel 9 t/m 12 van de wet.

Naast de hiervoor vermelde verbodsbepalingen zijn op beschermde vogels nog bezits- en handelsverboden van  toepassing (artikel 13 van de wet).

Opzettelijke overtreding van de hiervoor bedoelde verbodsbepalingen is niet een simpel strafbaar feit, maar een misdrijf.

Behalve verbodsbepalingen bevat de Flora- en faunawet in artikel 2 een zorgplicht. Een ieder dient voldoende zorg in acht te nemen voor de in het wild levende planten en dieren, alsmede voor hun directie leefomgeving. Die zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora en fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.

Indien er geen andere bevredigende oplossing is, kunnen gedeputeerde staten, indien dat geen afbreuk doet aan een gunstige staat van instandhouding van de betreffende soort, ontheffing verlenen van de verbodsbepalingen van artikel 9 t/m 12 van de wet
- in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid,
- in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer,
- ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren,
- ter voorkoming van schade aan flora en fauna, of
- met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen.
De titels op grond waarvan ontheffing kan worden verleend zijn vervat in artikel 68 van de wet.

De titels op grond waarvan ontheffing kan worden verleend zijn overgenomen uit de Vogelrichtlijn. De Vogelrichtlijn regelt de bescherming van vogels in de lidstaten van de Europese Unie. De richtlijn dateert reeds van 1979. Voor de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet werd in Nederland uitvoering gegeven aan de richtlijn door de Vogelwet. De Vogelrichtlijn biedt de mogelijkheid ontheffing te verlenen voor de volgende titels:
- in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid,
- in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer,
- ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren, of
- ter voorkoming van schade aan flora en fauna.
Om die reden zijn, als het om vogels gaat, hoewel de Flora- en faunawet daartoe in artikel 68 wel de mogelijkheid biedt, geen andere belangen op grond waarvan ontheffing kan worden verleend bij algemene maatregel van bestuur aangewezen. Dat zou immers strijdig zijn met het Europees recht. De andere bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen belangen, als bedoeld in artikel 68 van de Flora- en faunawet zijn daarom slechts van toepassing op andere dieren dan vogels.

Roeken eten voornamelijk insecten. Toch kunnen roeken op pas ingezaaide landbouwgronden aanzienlijke schade veroorzaken. Daarnaast kunnen roeken aanzienlijke overlast veroorzaken, indien de kolonies zijn gevestigd in dorpskernen of in de onmiddellijke nabijheid daarvan. Schade aan gewassen is een titel op grond waarvan ontheffing kan worden verleend om roeken te bestrijden. Overlast is geen titel op grond waarvan ontheffing kan worden verleend. De Vogelrichtlijn van de Europese Unie en daarom ook de Flora- en faunawet verbieden dat.