Wolder Courant 16 januari 2002

Deze week levert Dhr. van Liere een bijdrage aan de discussie over de roek. Dhr. van Liere is gedragsbioloog. Hij is eigenaar van het adviesbureau CABWIM te Assen dat adviseert over diergedrag en management van in het wild levende dieren. Hij is bestuurslid van het Faunafonds, dat het jachtfonds zal opvolgen met de inwerkingtreding van de nieuwe Flora- en Faunawet.

Roeken met een zoekplaatje

Stel je een honderdtal roeken voor, die nestelen in de hoge bomen van een typisch Drents brinkdorp. En het gekras van die dieren. Kun je verwachten dat een brinkbewoner met gesloten raam en dopjes in de oren goed zal blijven slapen? Of moeten de bomen van de brink omgezaagd worden? Afschot helpt in ieder geval niet; de roeken zijn er zo weer. En dan de roek in de akkerbouw. Ontkiemend graan zou een tafelije dekje zijn. Is de schade eigen risico voor de boer? Of zou elke roek hier het loodje moeten leggen? De gemeente De Wolden start een gemeentebrede discussie over de roek, een beschermde vogel die als lust of last ervaren wordt. In feite is de vraag wat die bescherming nu in de praktijk van alledag inhoudt.

Waarom wordt nu juist die ene bomengroep steeds als nestelplaats gekozen? En wie weet hoe roeken goede  voedselplaatsen vinden? De achtergrond van dergelijke keuzes moeten we begrijpen, want die leiden immers tot de overlast. Tegelijkertijd kunnen we zo met een roekenbril op beoordelen of ze een goed alternatief leefgebied wordt geboden. Kennis over roeken schiet duidelijk tekort. Over vogels in het algemeen is wel bekend dat een bepaalde vogel allerlei keuzes maakt, die voor een belangrijk deel door ervaringen als kuiken ingegeven zijn. Het zou dan ook niet verbazen wanneer het type boom, de geluiden en andere omstandigheden van de brink in de hersentjes van een roekenkuiken worden vastgelegd. Deze vastgelegde informatie zou de roek, eenmaal volwassen en op zoek naar een eigen nestelplaats, het zoekbeeld hiervoor kunnen bieden. Als dat inderdaad en met zovele kuikens gebeurt, dan kunnen we begrijpen waarom gedurende vele generaties en door zovele roeken dezelfde bomen als nestelplaats uitgezocht worden. Ook is het dan voorspelbaar dat de enkele verdrijving of het afschot van een aantal individuen hooguit een kortdurend effect heeft. De roeken weten niet beter dan dat ze in de brinkbomen zouden moeten zijn. En het maakt dan ook niet uit of er een paar kilometer verderop hoge bomen staan. De oplossing ligt in het bijstellen van het zoekplaaije. Onder andere denk ik dan aan het herhaald verstoren van de nestbouw tussen februari en april, mogelijk in een paar achtereenvolgende jaren. De roeken zouden dan herhaaldelijk ervaren dat de brink niet plezierig is. Toch moeten ze ergens terecht met hun nesteldrang. Daarom ook dat er in ieder geval een alternatieve bomengroep moet zijn. De roeken moeten hier wel bekend mee zijn. Ook zou hun beleving van die bomengroep wel  redelijk met het zoekplaaije overeen moeten komen. Als de theorie klopt, dan zou dat alternatief de nieuwe nestelplaats voor de volgende generaties roeken kunnen worden.

Roeken hebben ook geleerd over kiemend graan. Welk alternatief er ook is, de ervaring met graan is wel heel erg gunstig. Het ligt voor het oprapen en levert ook positieve voedingswaarde. Veijagen is alleen maar lastig voor korte duur en dus nauwelijks effectief. Zaak is dan ook wat aan de ervaring van roeken te doen. Dieper inzaaien zou een mogelijkheid zijn, maar roeken weten wel raad met ingegraven goed. Kan de voedingswaarde dan worden  veranderd? Onderzoek aan verschillende vogelsoorten, waaronder kraaiachtigen, heeft uitgewezen dat een misselijk makende stof kan helpen. Dit wordt dan op het graan aangebracht. De roek moet daarbij wel een handvat worden gegeven om te herkennen dat er iets mis is met het graan. Een lint van een unieke kleur biedt zo'n handvat als dat in de akker met het behandelde graan wordt toegepast. Zo'n lint zou een betrouwbare voorspellen moeten worden, want de roek houdt zijn omgeving goed in de gaten. Het lint betekent 'misselijk worden'. De verwachting is dan dat de roek wegblijft uit de akker met het lint en elders zijn kostje zoekt.

De aanpak van de gemeente De Wolden is landelijk gezien uniek. Discussie over bescherming van natuur en dieren gaat eigenlijk over de bereidheid een bepaalde mate van overlast te accepteren. Daarnaast zullen belanghebbenden bereid moeten zijn in sonmiige gevallen te investeren in overlastpreventie en alternatieve leefgebieden. De discussie over de roek heeft hier een belangrijke voorbeeldfunctie. Onbegrip over de wijze waarop een roek en zijn kolonie zich aanpassen, leidt tot verkeerde maatregelen. Dat moeten we zien te voorkomen.