(De Twentsche Courant Tubantia 26 april 2000)

Schade door roek kan niet worden verhaald

Van een onzer verslaggevers

WIERDEN - Staatssecretaris Faber van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ziet geen mogelijkheid de schade veroorzaakt door roekenkolonies te vergoeden uit de bestaande regelingen. In antwoord op Kamervragen stelt de staatssecretaris dat er zeer beperkte beheersmaatregelen mogelijk zijn.

De vragen van CDA-Kamerlid A. Schreijer-Pierik werden gesteld na open brieven die de Wildbeheereenheid West-Twente (WBE) naar het ministerie stuurde en waarin zij repte over de roekenproblematiek binnen haar werkgebied. Uit de laatste WBE-tellingen van medio april blijkt dat door verjaging bestaande kolonies kleiner dan wel verdreven zijn in en rond dorp Wierden. Elders zijn nieuwe kolonies ontstaan met per saldo meer broedparen. `Het moge duidelijk zijn dat de tolerantiegrens van menig bewoner van dorp en buitengebied overschreden wordt en werd`, aldus de WBE, die stelt dat door het verjagen van de roeken `het probleem alleen maar wordt verplaatst.`

De staatssecretaris geeft formeel aan dat de roek is beschermd in het kader van de Jachtwet. De WBE zou graag zien dat huidige bepalingen worden verruimd, zodat een ontheffing op de bescherming kan worden verleend. `Ooit werd de beschermde status toegekend toen de roekenstand minimaal was door het gebruik van onder meer pesticiden in de landbouw. De staatssecretaris moet erkennen dat de roek thans geen bedreigde vogel meer is in ons land`, aldus de WBE.
Faber erkent inderdaad dat er een getalstoename is van de roek. In 1943 kwamen er 40.000 broedparen in Nederland voor. Dit aantal was in de periode 1996-1998 toegenomen tot 60.000 broedparen.