Nieuwsblad van het Noorden 12 oktober 2000

Roeken roekeloos afschieten

schiet in het verkeerde keelgat.

In Zuidoost-Drenthe is het goed toeven. Dat vinden ook de roeken, tot verdriet van de landbouwers die onvrijwillig bijdragen in de voedselvoorziening van deze tot de kraaienfamilie behorende zwartrokken. Van de bijna zestigduizend exemplaren die in Nederland zijn, huizen er ruim  elfduizend in Drenthe. De vogel lijkt daarbij boven dien een voorkeur te hebben ontwikkeld voor de voormalige gemeente Schoonebeek, waar zich een concentratie van roeken heeft genesteld. Vorige week startte een experiment hoe de schade beperkt zou kunnen blijven.
Jaarlijks keert het jachtfonds in Drenthe ruim een ton schadevergoeding uit aan landbouwers. Reden voor de Noordelijke land- en Tuinbouw Organisatie om een werkgroep te formeren met vertegenwoordigers uit de provincie Drenthe. Wildschadecommissie, Dierenbescherming Drenthe, Vogelbescherming en de Koninklijke Nederlandse jagersvereniging.
    De werkgroep besloot tot een voor Nederland uniek tweejarig experiment in dit 600 hectare grote en dichtbevolkte roekencentrum rond Schoonebeek. Het doel is wetenschappelijk uit te zoeken wat de beste manier is om de intelligente en bij wet beschermde corvus frugilegus -zoals de wetenschappelijke naam van de roek luidt- te bewegen om met name de eiwitrijke graan- en pootaardappelvelden met rust te laten.
    De Wildbeheerseenheid De Grensstreek en de NLTO voeren het experiment uit. Er bestaan veel diervriendelijke verjaagmethoden, meldt de heer Van Hattum van het experiment begeleidende bureau Van Hattum en de jong. “Gebruik van vlaggen, poppen, geluiden, vliegers, flash-harry (op wind draaiende elementen) en knalapparaten.'
    Succes zit volgens hem vooral in de afwisseling. “Roeken zijn slim en wennen gauw.” Mocht dit alles echter niet baten. dan kan ook “dieronvriendelijk” worden ingegrepen.

Afschot
Het jachtfonds, financier van het project. stond er op dat ook afschot van roeken onderdeel van het experiment is. Op dit onderdeel bleken de dierenbeschermingsorganisaties mordicus tegen: zij haakten dan ook af. Mevrouw Van de Hoop,  persvoorlichter Vogelbescherming: “De roek is beschermd, er is een schadevergoedingsregeling en er is geen sprake van enorme toename van het aantal roeken. We stapten daarom na de inventarisatie uit dit samenwerkingsverband en hebben geen zitting in de begeleidingscommissie.'
    Van Hattum claimt dat de vogelbescherming heeft toegezegd gedurende het experiment geen bezwaarschriften in te dienen als roeken -met speciale vergunning- worden afgeschoten. 'De jachtvergunning geldt echter voor slechts een deel van het gebied en mag pas als alle andere verjaagmethoden, objectief aantoonbaar, geen succes hebben', benadrukt Van Hattum. Inmiddels hebben de eerste voorlichtingsavonden plaatsgevonden voor de betrokken 150 boeren en jagers.
    Roelof Heida, voorzitter van Milieu Rondomme en vooral bekend om zijn inspanningen om met name de roekenkolonie in het Emmer centrum te beschermen, weet niets van deze afspraken. -Roeken verjagen moet je met beleid doen: je moet weten waar je ze heen wilt hebben. Anders heeft het geen effect. En zo gauw ze gaan schieten, gaan wij aan de slag. Want roeken zijn beschermd en geven een meerwaarde aan het gebied. Je kunt ze niet zo maar afknallen”. aldus de roekenbeschermheer.
    Van Hattum is zich bewust dat bij de start van het project nogal wat verschillende verwachtingen bleken te leven jagers denken: hé, we mogen eindelijk weer. Boeren denken: mooi. in één keer alle roeken weg. Vogelbeschermers denken: daar gaan onze roeken”. vat bij de verwachtingen van diverse partijen samen. “Maar dat klopt dus allemaal niet! De waarheid zit er tussenin.”
 
 

JAN WESTERA




Home | Artikelen-overzicht | Literatuur-overzicht