(Artikel uit Gelderlander 6 december 2004)

Roek zorgt voor veel overlast

Door HANS PEETERS

BOXMEER - De twee grote roekenkolonies in Boxmeer zorgen in toenemende mate voor overlast en gewasschade. Vooral het Boxmeerse Maasziekenhuis en een aantal kwekers in de omgeving klagen steen en been. Duizenden roeken, familie van de kraaiachtigen, nestelen sinds jaar en dag in de bosjes aan de Hogendijk tegenover het politiebureau en achter het Maasziekenhuis. Vooral bij het ziekenhuis zorgen de vogels voor veel overlast. 

Bezoekers sjouwen de uitwerpselen van de vogels onder hun schoeisel de kliniek in en het typische schelle gekras van de roek verstoort de rust op de verpleegafdelingen. 

De directie van het ziekenhuis heeft het probleem al eens aangekaart bij de jagers van de Wildbeheereenheid Boxmeer, maar die heeft voorlopig nog geen kant en klare oplossing paraat. "Van de provincie krijgen we geen afschotvergunning en het plan om de vogels te verjagen door de inzet van valken blijkt te duur uit te pakken", zegt woordvoerder E. Bloemen van de Wildbeheereenheid. De roekenkolonies zorgen ook voor grote schade bij de tientallen fruit- boom- en rozenkwekerijen in Boxmeer en omgeving. 

De vogels zwermen dagelijks in grote zwermen luidruchtig uit tot in de verre omtrek van hun nesten. Roeken behoren tot de nuttigste leden van de kraaienfamilie, omdat ze het vooral voorzien hebben op emelten, de larven van de langpootmug. Emelten knagen graag aan de wortels van gras en doden zo soms grote percelen weiland.

De Wildbeheereenheid Boxmeer wil de roekenproblematiek volgend jaar hoog op de agenda zetten van Faunabeheer, de instantie die straks het verlenen van afschotvergunningen overneemt van de provincie. In Faunabeheer zijn meerdere belangenorganisaties vertegenwoordigd waaronder land- en tuinbouworganisatie ZLTO, Staatsbosbeheer, jagers en grondeigenaren. 

De roek is bijna even groot als de zwarte kraai, maar volwassen dieren zijn te herkennen aan de lichte snavel. De roek staat in Europa te boek als een sterk bedreigde soort, maar in Oost-Nederland komt de vogel nog zeer veel voor, en is niet zelden een plaag. De soort is na het diepe dal van de jaren zeventig in Nederland op een niveau van ongeveer 60.000 broedparen gekomen. Met het toenemen van de populatie groeit ook het aantal klachten. Pas bij belangrijke schade mag de provincie ontheffing verlenen van het wettelijk verbod op het doden van vogels.

De provincie Noord-Brabant heeft de afgelopen vier jaar 70.000 euro uitgegeven aan vergoedingen van vogelschade. De provincie staat op het punt om de roekenjacht in heel Brabant verder te versoepelen vanwege de fikse schade die deze vogel volgens haar aanricht aan gewassen. De Brabantse Milieufederatie is fel gekant tegen het afschieten van roeken omdat het volgens haar in sommige delen van de provincie niet goed gaat met deze vogelsoort. In Midden-Brabant is het aantal roeken de afgelopen vier jaar tot een 'dramatisch dieptepunt' teruggelopen, zo is volgens de BMF gebleken uit veldonderzoek.