Artikel uit Gelderlander 02-04-2001

'Roeken zijn hele sociale dieren'

Door ANNEKE DE BUNDEL

Veel Doesburgers klagen over de roek. Afschieten mag niet, wegjagen wel. Maar niet iedereen heeft een hekel aan de vogels. 'Indien u een flinke kraai ziet die wat veren mist bij de witte snavel en waarvan de veren wat naar de grond hangen, dan is het een roek.

Roeken zijn sociale vogels en nestelen bij elkaar. Roeken maken wel eens lawaai en veel roeken maken veel lawaai', zo schetst wethouder Roest de vogel die de laatste jaren veel Doesburgers doet klagen over geluidsoverlast.

Roeken zijn er in Doesburg altijd al geweest. Al is de populatie in Nederland tussen 1943 en 1977 met 80 procent afgenomen. Reden waarom het dier beschermd is. Volgens een speciale roekensite van Michel Klemann is het met de Corvus frugilegus, zoals de officiële benaming luidt, slecht gesteld. Zestien miljoen mensen zijn verantwoordelijk voor de bestaansmogelijkheden van 150.000 roeken. 'Dus voor elke 100 Nederlanders is er slechts één roek om van te genieten', waarschuwt de site.

En dat is nu net het probleem voor veel Doesburgers: er zijn teveel roeken om van te genieten. Alleen al op de algemene begraafplaats werden er het afgelopen jaar 36 broedparen geteld en dat na verjagende maatregelen. Huize De Veste had in 1989 geen enkel broedpaar. Nu zijn het er inmiddels ruim honderd. En ook in het hofje van de Veerpoortstraat hebben ze een thuis gevonden.Omdat de dieren beschermd zijn, heeft de gemeente haar toevlucht genomen tot allerlei acties om de dieren te verjagen. Belangrijkste middel daarin is het knallen met een zogenaamd wildafweerpistool in de periode van januari tot april om te voorkomen dat ze gaan broeden. Op de begraafplaats is de gemeente overgegaan tot hoge sonartonen tussen februari en april. Of het werkt is de vraag. Want al werden de 136 roeken op de begraafplaats in 1994 verjaagd, wat er in resulteerde dat er het jaar daarop nog slechts twee paartjes het aandurfden, een paar jaar later waren ze weer massaal terug.

'Ja, het zijn opportunisten', lacht Alois Sanders van de Vogelwerkgroep Stad en Ambt Doesborgh over de neiging van roeken om toch weer naar dezelfde plek terug te gaan. Dat de gemeente 's avonds aan het knallen is, is hem onbekend. 'In feite is de vogelwerkgroep voorstander van vrije vogelvestiging', antwoord hij op de vraag of de werkgroep achter het beleid van de gemeente staat. 'De werkgroep gaat van het standpunt uit dat de dieren beschermd zijn. En dat is maar goed ook, want de afgelopen jaren is hun aantal beslist niet vermeerderd.'

Sanders wil best erkennen dat roeken luidruchtig zijn, maar geeft aan dat het ook een beetje is wat je gewend bent. 'Het geluid is meestal niet het grootste probleem, maar niet iedereen is gecharmeerd van hetgeen al die vogels bij elkaar laten vallen', denkt hij. Overigens wijst Sanders er wel op dat het geluid dat de vogels 's avonds maken maken bij het overvliegen in grote groepen eerder van de kauwen komt die gezellig met de roeken meevliegen. 'Kauwen roepen met hun schelle geluid voortdurend hun eigen naam: kauw-kauw. Roeken daarentegen maken het krasse geluid van de kraai.'

Gevraagd naar het karakter van de roek zegt hij: 'Het zijn hele gezellige dieren. Het is mischien een beetje vreemd om menselijke maatstaven aan te leggen maar dat doe je onbewust toch. Roeken hebben de neiging om net als mensen gezellig bij elkaar te kruipen. De kans dat de roek ooit dezelfde dubieuze status krijgt als de duif betwijfelt hij 'De roek heeft een zeer nuttige functie omdat ze veel muggen en muggenlarven wegneemt, en ze is van veel nut voor boeren. Dat de gemeente alles op alles zet om de dieren buiten de stadsgrenzen te krijgen, begrijpt hij wel. 'Maar', zegt hij nogmaals 'het zijn opportunistische dieren die bij voorkeur terugkeren naar plaatsen die ze prettig vinden.'