Artikel uit Gelderlander 02-03-2001

Fruittelers bang voor nieuwe wet

Door onze verslaggever

MAAS EN WAAL/RIJK VAN NIJMEGEN - Fruittelers in Zuid-Gelderland zijn als de dood voor de nieuwe Flora- en Faunawet die deze zomer van kracht wordt. Ze mogen dan niet meer jagen op kraaiachtige vogels als de roek die veel schade aan hun fruitbomen aanrichten.

In Winssen kwam gisteravond de Zuid-Gelderse afdeling van de Nederlandse Fruittelers Organisatie (NFO), bijeen om over de gevolgen van de wet te praten. De afdeling telt circa 130 leden uit het gebied tussen Dreumel en Millingen. Zo'n vijftig leden waren gisteren aanwezig.

De nieuwe Flora- en Faunawet verbiedt het de telers straks om kraaiachtigen, zoals de roek en de zwarte kraai, te verjagen of te bejagen. Die vogels doen zich graag te goed aan de appel- en perenbomen en richten daardoor grote schade aan.

Volgens voorzitter Verwey van de Zuid-Gelderse NFO komen straks 'een hele hoop fruittelers in ernstige financiële problemen.' Vooral voor telers die met hun bedrijf vlak bij een beschermd natuurgebied zitten.

Nu kunnen fruittelers nog een jager bellen als zij schade lijden door kraaiachtige vogels of zelf een geweer ter hand nemen als zij daar een vergunning voor hebben.

Maar het ministerie van Landbouw wil de vogels beter gaan beschermen. Het ministerie stelt de telers een vergoeding in het vooruitzicht voor de schade die zij lijden. Zij kunnen, mits ze goede bewijzen kunnen overleggen, beroep doen op het Faunafonds, het huidige Jachtfonds.

De telers verwachten echter dat de schadebedragen explosief zullen stijgen in de nieuwe situatie en dat het ministerie weinig ruimhartig schades zal toekennen.

Nu nog hanteert het fonds een minimum schadebedrag van 250 gulden per hectare per jaar; de telers vrezen dat het minimum wordt opgetrokken naar 1500, misschien wel 2000 gulden. Dat is immers pasgeleden ook gebeurt met het minimum schadebedrag voor ganzen.

In dat geval zouden de Zuid-Gelderse telers buiten de boot vallen; recentelijk hebben zij berekend dat zij jaarlijks gemiddeld zo'n 800 gulden schade per hectare lijden door kraaiachtige vogels.

Aan de nieuwe Flora- en Faunawet kunnen de telers niet veel meer doen; die is grotendeels al door de Tweede Kamer goedgekeurd.

Hun hoop is nu gericht op de provincie. Die krijgt straks van het rijk de bevoegdheid om vrijstellingen te verlenen. Een vrijstelling houdt in dat telers zelf op hun eigen grond Roeken mogen blijven bejagen. Zij moeten dan wel eerst aantonen dat zij al het andere hebben geprobeerd om de vogels te verjagen - door bijvoorbeeld knalapparaten en schriklinten.

De provincie Gelderland is nu bezig om het toekomstige beleid vast te stellen. De telers hopen vurig dat de provincie straks coulant zal omgaan bij het verstrekken van de vrijstellingen en ontheffingen.

Gedeputeerde Boxem heeft de problemen van de telers eerder al erkend en aangegeven voorstander te zijn van een 'niet bureaucratisch' systeem. Hij overlegt momenteel met de provinciebesturen van Utrecht en Overijssel, waar dezelfde problemen spelen.

Verder beloofde hij dat er aandacht zal worden besteed aan het probleem in het faunabeheersplan dat wordt opgesteld.