Roeken - de laatste vijfentwintig jaar met tachtig procent achteruitgegaan - genieten voortaan de 'bescherming' van de Jachtwet. Bonte Kraaien eveneens. Dat betekent dat de jacht op deze vogelsoorten het gehele jaar is gesloten en dat de legsels van deze vogels niet meer mogen worden verstoord, hetgeen met name ten aanzien van de Roeken van belang is: Bij de onlangs tot stand gekomen wijziging van de Jachtwet zijn de Roek en de Bonte Kraal uit de opsomming van de 'schadelijk' geachte wildsoorten geschrapt. What is in a name? In
het thans vervallen artikel 2 bis van de Jachtwet werd een opsomming gegeven
van de schadelijke wildsoorten. De term 'Schadelijk wild' is thans overal
uit de Jachtwet verdwenen. Dit betekent echter niet, dat het 'schadelijk
wild' nu een verbeterde status heeft gekregen. De schadelijk geachte wildsoorten
zijn nu opgesomd in artikel 8, lid 1, van de Jachtwet. Dit is het artikel,
waarin aan de grondgebruiker de bevoegdheid is verleend om op zijn grond
op bepaalde wildsoorten te jagen (en dat blijft zo) maar de benaming 'schadelijk
wild' heeft men niet meer willen bezigen, omdat dit wild ook een positieve
functie vervult in het handhaven van het biologisch evenwicht en te dien
aanzien niet als schadelijk kan worden aangemerkt, maar wat betekent enkel
de verandering van een naam? Belangrijker is, dat de opsomming van de soorten,
die in het thans vervallen artikel 2bis voorkwam, vrij belangrijk verkort
in artikel 8, lid 1, is opgenomen.
| |
Belangrijke verbetering Dit
heeft voor deze wildsoorten belangrijke consequenties, zoals wij ten aanzien
van Roeken en Bonte Kraaien zullen zien. Volgens artikel 20 is de jacht
op het (gemakshalve te noemen) schadelijk wild het gehele jaar geopend,
tenzij de minister anders bepaalt. De jacht op het overige wild is slechts
geopend indien en voorzover de minister dat heeft bepaald. In principe
dus: de jacht op het schadelijk geachte wild is steeds geopend, tenzij
de minister de jacht daarop sluit; de jacht op ander wild is gesloten,
tenzij de minister de jacht daarop opent.
| |
Honderd jaar geleden Roek al beschermd Vele
tientallen jaren, ja bijna honderd jaar geleden reeds, was de Roek een
beschermde vogel. Onder de werking van de Wet van 1880, ter bescherming
van diersoorten die nuttig werden geacht voor landbouw en houtteelt, was
de Roek beschermd. Zo ook onder de Vogelwet 1912 en aanvankelijk ook onder
Vogelwet 1936. Pas in 1943 werd de Roek onbeschermd verklaard en in 1947
geplaatst op de lijst van voorwaardelijk onbeschermde' vogels (Men ziet
dat de Roek toen nog niet onder de Jachtwet viel). In die tijd begonnen
de bestrijdingsacties.
| |
De Roek vogelvrij In
1955 werd deze vogel ondergebracht in de rubriek 'schadelijk wild' van
de toen in werking getreden, thans vigerende jachtwet, waarmee hij automatisch
uit de Vogelwet 1936 verdween en letterlijk vogelvrij werd en dus het gehele
jaar mocht worden bejaagd. Sedertdien is deze vogelsoort sterk achteruit
gegaan. Ze werden als ze net jongen hadden, gedurende één
of meer dagen van zonsopgang tot minstens één uur na zonsondergang,
liefst tijdens een koude periode onafgebroken van de nesten gehouden. ‘s
Ochtends vroeg werden de jagers onder de nestbomen geposteerd en door schieten
werden de Roeken van de nesten verjaagd. (iets dergelijks gebeurde nota
bene dit voorjaar nog, waarmee die jagers vanzelfsprekend een slechte naam
verwierven!) Hierdoor wordt bereikt, dat eieren en pasgeboren jongen doodgaan.
De meeste werden in het broedseizoen geschoten. Aangetoond is dat de Roek
in veel sterkere mate dan de andere soorten in de broedtijd het slachtoffer
werd van afschot. Voor 1969 werd een stand van 10.000 paar Roeken aangenomen,
hiervan werd een aantal van 7260 door jachthandelingen bemachtigd. De methoden
van nestverstoring waren: uitstoten van nesten (a; dan niet met inhoud),
uithalen van eieren en jongen, schieten door de nesten, het van de nesten
houden van de oude vogels met geweren en knalapparaten en de vooral in
de steden gebruikte methode van het uitspuiten van de nesten door de brandweer.
Ook vergiftigde eieren werden veelvuldig legaal, maar vermoedelijk nog
vaker zonder vergunning uitgelegd om hen te doden. Doorgaans werd voor
deze eieren fosfor of strychnine gebruikt. Hoewel de gifeieren vaak niet
speciaal tegen Roeken werden uitgelegd, zijn Roeken er toch het slachtoffer
van. Vergunning voor de genoemde vergiften wordt thans niet meer verleend,
alleen nog eieren met chloralose.
| |
Sterke achteruitgang De
laatste roekenkolonies in Zeeland zijn verdwenen door het strooien van
vergiftigd graan onder de gemeenschappelijke slaapplaats. De roekenstand
in de periode 19241944 schommelde tussen 40.000 en 50.000 broedparen, tussen
1944 en 1945 nam het aantal broedparen af met 10.000, nadien in versneld
tempo. Bovenstaande gegevens werden voor het grootste deel ontleend aan
een rapport van H. R. Feijen (RIN-rapport). Conclusies uit het rapport: | |
Wettelijke maatregelen bleven uit Toch
werden geen wettelijke maatregelen ter bescherming van dit dier genomen,
hoewel dat zonder wetswijziging bij beschikking van de minister krachtens
artikel 20, lid 1, der Jachtwet mogelijk was geweest. Onduidelijk - om
niet te zeggen onbegrijpelijk is waarom pas thans en wel eerst na aandrang
vanuit de volksvertegenwoordiging, bescherming aan de Roek wordt verleend.
In 1972 bij de in dat jaar tot stand gekomen partiële wijziging van
de Jachtwet werd een meer uitgebreide wetswijziging in het vooruitzicht
gesteld. Toegezegd werd dat rekening zou worden gehouden met natuurbeschermingsbelangen.
Wie gedacht had dat dan wel Bonte Kraaien en Roeken uit de opsomming van
schadelijk wild zouden verdwijnen, was danig teleurgesteld.
| |
Wat is nu verboden? Nu
de Roek en de Bonte Kraai niet meer in de opsomming (thans artikel 8, lid
1) voorkomen, gaat voor deze vogelsoorten in ieder geval de wettelijke
schoontijd gelden. Volgens artikel 20, lid 2, mag de jacht niet worden
geopend gedurende het tijdvak van 16 februari tot 15 juli dan in zoverre
de belangen van de landbouw zulks eisen. De minister heeft evenwel een
schoontijd (d.w.z. niet openen van de jacht) voor het gehele jaar toegezegd.
Het bejagen van Roeken zal legaal niet meer kunnen plaatsvinden. Roeken
die in kraaievangkooien (waarmee vangst aan een vergunning ex artikel 53
is gebonden) worden gevangen zullen moeten worden vrijgelaten. Dit geldt
ook voor Bonte Kraaien. Ook het schieten door bezette nesten in roekenkolonies
en het op andere wijze verstoren van legsels, zoals tot nu toe op veelal
ergerniswekkende wijze gebeurde, is voortaan op grond van artikel 10, lid
1 van de Jachtwet verboden. Ten slotte is ook het onder zich hebben van
deze vogels (bijv. dode vogels opgehangen of uitgespreid op ingezaaide
grond om kraaiachtigen af te schrikken) verboden.
|
Provincie | % achteruitgang
1944-1970 |
Groningen | 71%........... |
Friesland | 37%........... |
Drente | 64%........... |
Overijssel | 80%........... |
Gelderland | 85%........... |
Utrecht | 82%........... |
Noord-Holland | 88%........... |
Zuid-Holland | 92%........... |
Zeeland | 100%........... |
Noord-Brabant | 87%........... |
Limburg | 85%........... |