Inleiding
De Roek, Kraai, Kauw, Raaf, Ekster, Vlaamse Gaai en Notenkraker behoren
tot de kraai-achtigen en tot de orde van de zangvogels. Het meest opvallende
bij de Roek is zijn snavel, die bij de basis witachtig is. Ook de afhangende
dijveren zijn kenmerkend. 't Is de enige kraai-achtige die de 'broek' aanheeft.
Ook opvallend is zijn peervormige kop. Jonge Roeken lijken op Zwarte Kraaien,
maar hebben een iets langere snavel en een bevederde huid rond de snavelbasis.
Ook hebben Roeken een meer afgeronde staart in de vlucht.
De Roek is een vogel van het agrarisch cultuurandschap en broedt vanaf
half maart in vaak grote kolonies in vooral het midden en het oosten van
het land. Het voedsel dat wordt gezocht op gras- en bouwland, bestaat uit
o.a. emelten, wormen, ritnaalden, volwassen insekten en granen. Larven
van o.a. de emelt kunnen aanzienlijke schade toebrengen aan het wortelgestel
in graslanden. Hier bewijst de Roek z'n nut. Maar in het vroege voorjaar
kan de Roek schade toebrengen aan jonge kiemplanten van b.v. maïs.
In Nederland is de Roek voornamelijk standvogel, maar jonge vogels
trekken in de herfst over het algemeen naar Engeland. 's Winters wordt
het roekenbestand in Nederland aangevuld met Oost-Europese populaties.
Deze vogels verlaten in de maanden maart en april weer ons land.
Ups en downs
In het verleden ging het broedbestand van de Roek nog al eens als een jojo
op en neer. In 1950 konden er nog zo'n 50.000 paren geteld worden. Rond
begin jaren zeventig werden er nog maar ca. 10.000 broedparen geteld. Deze
achteruitgang bleek hoofdzakelijk het gevolg te zijn van menselijke vervolging
en het gebruik van pesticiden in de landbouw. Gedurende deze periode ging
ook het aantal Roeken in Engeland en Zweden dramatisch achteruit.
Na regen komt zonneschijn en ook voor de Roek. In 1978 kreeg de Roek
in Nederland gedurende het gehele jaar de beschermende status. Het aantal
broedparen bedroeg in 1975 nog maar zo'n 12.000. In 1980 was het aantal
broedparen al gestegen tot zo'n 30.000. Tot in de jaren negentig heeft
de Roek in de lift gezeten. De laatste jaren lijkt de stand zich enigszins
te stabiliseren.
Het wel en wee van de Roek in Eibergen
In 1974 was er in Neede, op zo'n 5 km van Eibergen, al een roekenkolonie
van 128 nesten. Begin 1978 begonnen zich de eerste Roeken in Eibergen te
vestigen. Aan de Berkel, op de grens met Haarlo, werden begin mei van datzelfde
jaar 20 nesten geteld. Op 4 juni echter, kwam de vogelwerkgroep tot de
ontdekking dat alle nesten op ergerlijke wijze waren doorgeschoten. Einde
kolonie.
Vele jaren later....... in 1991, "mochten" de Roeken het in Eibergen
weer proberen en als lokatie kozen de vogels de wilgen bij de Huve op de
Maat vlakbij het centrum. Het aantalsverloop op deze lokatie ziet er als
volgt uit:
Jaar |
1991
|
1992
|
1993
|
1994
|
1995
|
1996
|
1997
|
Aantal |
3
|
6
|
22
|
26
|
47
|
84
|
121
|
De kolonie nam in 1997 dermate grote vormen aan dat de Roeken ook de
bomen voor de R.K. kerk aan de Grote straat uitkozen voor verdere uitbreiding.
Dit leverde de nodige overlast in de vorm van lawaai en uitwerpselen.
Ook aan de zuidflank van de bebouwde kom, de Vrijersmaat (21 in 1997)
en ten noorden van de bebouwde kom aan de Wolinkweg (22 in 1997), waren
de Roeken aan een kolonie begonnen.
Met name in het broedseizoen sliep menig omwonende bij de kolonie rond
de Huve net zolang als de Roeken "sliepen". Tot laat in de avond waren
de vogels hoog in de wilgen bezig orde op zake te stellen alvorens er een
uiltje werd geknapt. 's Morgens waren de vogels al weer vroeg uit de veren.
Tussen vier en vijf uur was het al een gekrijs van jewelste. Honderden
jonge Roeken moesten namelijk op tijd ontbijten en het roepen om voedsel
ging vervolgens de hele dag door en daar werd menig omwonende een beetje
tureluurs van.
Dit was op een gegeven moment voor sommige omwonenden aanleiding hiertegen
aktie te ondernemen. Middels een schrijven en een handtekeningenaktie werd
de gemeente verzocht maatregelen te treffen om de overlast te verminderen.
Nu wilde het toeval dat de gemeente sowieso de wilgen rond de Huve,
waarin de meeste nesten zich bevonden, na de zomer wilde kappen. In de
herfst van het vorige jaar gingen de bomen inderdaad tegen de grond en
bleken er enkele in slechte toestand te verkeren. Problemen opgelost.....??
Op 17 februari van dit jaar is er op het gemeentehuis een bespreking
geweest over het roekenprobleem. Om het probleem strategisch aan te pakken
is er een adviesgroep opgericht die bestaat uit een afvaardiging van de
omwonenden, GLTO, Vogelwerkgroep-Eibergen, WBEReo, een valkenier en de
gemeente Eibergen. De opzet is de kolonie te verplaatsen naar het buitengebied.
Ofschoon de wilgen vorig jaar herfst zijn gekapt blijven er voldoende bomen
in de omgeving waarin de Roeken weer een kolonie kunnen vormen. Derhalve
is gekozen voor een verjagingsmethodiek middels een valkenier en knaleffecten.
Op 3 maart j.l. werd de vergunning ex. artikel 53 van de jachtwet verleend.
In dezelfde week begon de valkenier met een Havik te vliegen. Alvorens
met vliegen te beginnen werd steeds de postduivenvereniging gewaarschuwd,
want alles wat fladdert heeft namelijk de aandacht van een Havik. Tegen
de schemer werd ook met knaleffecten gewerkt. Ondanks deze maatregelen
zagen toch enkele Roeken de kans her en der enkele nesten te bouwen. In
een tijdsbestek van vier weken heeft een hoogwerker steeds de nesten verwijderd.
Eind maart, begin april is de valkenier gestopt met vliegen maar de knaleffecten
gingen door en waren nu ook 's morgensvroeg te horen. Dit zal menig omwonende
recht op in bed hebben doen zitten. Al met al kon men midden april konstateren
dat de kolonie verplaatst was en dat verdere kolonievorming rond de Maat
was uitgebleven. Ook de nesten aan de Vrijersmaat hebben eraan moeten geloven.
Konklusie van het bovenstaande is eigenlijk dat de problemen zich hebben
verplaatst, want de Roek is ook niet op z'n peervormige achterhoofd gevallen.
Hij schijnt toch de Eibergenaren te mogen en wil kennelijk graag in hun
buurt broeden. Op diverse plaatsen zijn inmiddels nieuwe kolonies ontstaan
en bij het lezen van dit artikel zijn er ongetwijfeld jongen waardoor geen
enkele verjagingsmethodiek meer geoorloofd is. Het aantal broedparen in
deze verspreid liggende kolonies komt dit jaar ongeveer overeen met de
aantallen van het vorig jaar.
In het najaar komt de adviesgroep weer bijeen om de mogelijk nieuw
ontstane problemen te bespreken en is zij tevens van mening dat er aan
de roekenpopulatie iets gedaan moet worden.
Wankelt de beschermde status van de Roek? Als de uitdrukking "zo vrij
als een vogel". maar niet al te letterlijk wordt geïnterpreteerd als
"vogelvrij"! Het is te hopen dat de gemeente Eibergen niet te "Roeken-loos"wordt!
Geraadpleegde literatuur:
Atlas v.d. Nederlandse Broedvogels 1973-1977
Atlasproject v.d. Nederlandse Vogels 1978-1983
Jaarverslagen en periodieken v.d. VWGE
Verslagen v.d. adviesgroep gemeente Eibergen
|