DIEDERIK VAN LIERE (CABWIM, CONSULTANCY
IN ANIMAL BEHAVIOUR AND MANAGEMENT)
Roeken (Corvus frugilegus) hebben wat. Hoe meer je je erin verdiept, hoe
intrigerender ze zijn. Kenmerkend voor roeken is dat ze in grote kolonies
van tientallen, honderden tot zelfs duizenden paren bij elkaar nestelen.
Dat is niet moeilijk te herkennen, want ze maken vroeg in het jaar grote
nesten in de nog kale bomen, voldoende geluid en een hoeveelheid mest nabij
de nestbomen, geschikt voor een soort Russisch roulette. De grote aantallen
vogels, zo zwart en groot als kraaien, zijn indrukwekkend. De kolonievorming
op zich is al intrigerend, maar daarover straks meer. Het geluid en de
mest bij en rondom de kolonie ontgaat zeker gemeenten in het Oosten van
het land niet, want hier komen de meeste roeken voor. Vele burgers ergeren
zich eraan.
Foto's Diederik van Liere
Schadeveroorzakers?
Roeken heten in de Drentse volksmond kraaien. Dit typeert dat deze
beide soorten vaak over een kam worden geschoren. Net als kraaien zijn
roeken in de ogen van boeren bovendien schadeveroorzakers. Daarmee is het
gemiddelde beeld gegeven: men is de dieren liever kwijt dan rijk en de
druk is groot om de wettelijke bescherming op te heffen en roeken weer
te verjagen of te doden.
De problemen die roeken nabij bebouwing veroorzaken en de zorg voor
het afkalvende draagvlak zijn beide reëel. Reden temeer dat de gemeente
De Wolden in 2002 met een natuureducatie-project getiteld 'Roeken in
de Wolden: Lust of Last?' een opmerkelijk initiatief nam. De beeldvorming
van roeken maakte de uitdaging om een oplossing te leveren alleen maar
groter. Vergelijk het maar eens met het conflict tussen bescherming en
de overlast van nestelende en poepende zwaluwen. Optreden tegen lieflijke
zwaluwtjes ligt veel moeilijker.
Bouwmeesters
Maar ook roeken hebben hele leuke kenmerken. Ze zijn meesters in het
bouwen van nesten. Een nest dat gemiddeld wel driehonderd takken omvat,
kan binnen twee dagen klaar zijn. Kolonies lijken zelfs cultuurverschillen
in de samenstelling van het nest te hebben. Roeken zijn net als een aantal
andere kraaiachtigen razend slim en gebruiken gereedschappen. Onderzocht
is dat roeken een stop weten toe te passen om tijdens een warme dag het
weglopen van water tegen te gaan. Roeken eten vooral bodemlevende dieren
en dat zou voor de melkveehouder eigenlijk zeer welkom moeten zijn, want
emelten (larven van de langpootmug) tasten het wortelgestel van gras en
grasachtigen aan. De vraag is dan snel: 'Kun je door oog te hebben voor
het aanbod van insecten schade aan maïsgoed voorkomen?' Dergelijke
vragen zijn nog nooit gesteld, maar het antwoord is volgens mij: 'Ja'.
Er zijn op dit vlak verschillende voor vogel en boer gunstige wendingen
te verwachten, maar dat behoeft eerst wat meer onderzoek. Verder zijn de
vocalisaties wel luid, maar heel verschillend. Je moet daar een oor voor
ontwikkelen. Het gemekker van een vrouwtje om voer, ervaar ik als amusant.
De beleving is dus heel subjectief, maar het gemekker van een paar honderd
vrouwtjes.... Ik kan me de overlast daarvan wel voorstellen.
Educatieproject
Een praktische oplossing om enerzijds invulling te geven aan het beschermen
van de vogel en anderzijds het beperken van de overlast is een uitdagende
zoektocht. Ik heb de gemeente De Wolden aangeboden mee te denken en een
voorstel voor een oplossingsrichting gedaan. Dat voorstel is de start geweest
voor een project dat we nu met vijf gemeentes in zuidwest Drenthe en noordoost
Overijssel uitvoeren en waar het Rijk en meerdere gemeenten van willen
leren. Het Rijk heeft ons ook de benodigde vergunning verleend. Het Faunafonds
en de provincies Drenthe en Overijssel steunen dit project financieel.
Ook Simon Reader van de universiteit van Utrecht, specialist op het gebied
van innovatie en sociaal leren bij dieren, is enthousiast en begeleidt
het onderzoek door studenten.
Hardnekkig
Kijk eens goed naar roeken: ze foerageren met elkaar en de jonge roeken
richten zich op precies dezelfde dingen als de ouders. Roeken nestelen
in stevige hoge bomen zoals eiken, maar soms ook in lage berken of elzen.
In het laatste geval is het een keuze voor waaibomenhout, waar een nest
zo uit waait, zelfs als er een overvloed aan eiken nabij is! Na een storm
wordt de berk weer opnieuw van nesten voorzien en niet de nabije eik. Functioneel
gezien niet logisch, maar het gebeurt. Roeken verzamelen zich in de herfst
en winter vaak in de ochtend en schemering bij de nesten die na het broedseizoen
nog zijn overgebleven. Ze vechten met elkaar in de buurt van de oude nesten
als het nestbouwseizoen in februari begint. Grote nesten bestaan uit meerdere
lagen, ofwel jaargangen. Mensen die roeken tijdens het nestelen verjagen
weten dat ze heel hardnekkig zijn. Het probleem is ook steeds bij verjagen
dat de roeken elders in de bebouwde kom gaan nestelen. Het probleem wordt
slechts verplaatst. Dat was ook een reden waarom de gemeenten er niet goed
raad mee wisten. De genoemde observaties en ervaringen zijn belangrijk
en leiden tot de vraag: waar komt de keuze, de voorkeur van het individu
eigenlijk vandaan en kunnen we die voorkeur ombuigen?
Inprenten en leerervaring
We proberen in dit project dus te begrijpen wat nu maakt dat een roek
hardnekkig in zijn of haar keuze is en hoe we vervolgens roeken kunnen
lokken. Tot nu toe heeft niemand zich met dergelijke vragen bezig gehouden,
maar ze zijn naar mijn mening doorslaggevend om het probleem op te lossen
en samenzijn te bewerkstelligen. Belangrijke mechanismen zijn in ieder
geval inprenting en leren, al of niet in sociaal verband. Inprenting is
als het invullen van een leeg kladblok waar je als jonge vogel mee geboren
wordt. Als roek schrijf je er bijvoorbeeld in watje hoort (auto's, ouders,
nestgenoten, koloniegenoten) en watje ziet (nestboom, type nest, huizen,
straten, mensen, ouders, nestgenoten). Vervolgens stop je het kladblokje
weg en haal je het tevoorschijn, als je een leidraad nodig hebt. Bijvoorbeeld
als je zelf aan het nestelen gaat. Het kladblokje, het inprenten, biedt
dan een referentiekader voor de basale keuzes, die op latere leeftijd moeten
worden gemaakt. Daarbovenop komt de leerervaring. Als jonge roek in een
berk of in een eik weet je bijvoorbeeld hoe het nest en de nestellocatie
en nestboom eruit zou moeten zien, maar zo'n nest zelf maken is een vak
apart. Zo kun je specialisten in eiken of berkennesten krijgen. De aanname
is dan ook dat de inprenting en de volgende leerervaringen belangrijke
mechanismen zijn die de hardnekkigheid van het nestelen verklaren... Als
je het dus voor elkaar krijgt om roeken in het buitengebied te laten nestelen,
dan is de verwachting dat de nieuwe generatie niet beter weet dan dat het
buitengebied de plaats is om te nestelen. Het mechanisme van de hardnekkigheid
is dan omgebogen ten gunste van een duurzaam verblijf in het buitengebied.
Weglokken
Maar hoe krijg je roeken om te beginnen naar een andere locatie gelokt?
Dan blijkt dat we eigenlijk heel weinig weten van wat roeken aantrekkelijk
vinden. Sleutelelement lijkt in ieder geval het nest. Het hele jaar door
zijn de nesten belangrijke plaatsen waar roeken zich om verschillende redenen
op richten. Vandaar dat de kern van de aanpak is dat alle overgebleven
nesten bij de overlast-locatie in oktober worden weggehaald en een twintigtal
nesten wordt verplaatst naar de nieuwe locatie (waarbij het maatwerk is
om een goede te vinden). Het eerste jaar zullen de roeken in de overlastlocatie
blijven proberen te nestelen, maar ze krijgen daar niet de mogelijkheid
om te nestelen. Ze worden namelijk geweerd en nieuwe nestjes worden weggehaald.
We nemen hierbij aan dat de slimme roeken uiteindelijk gaan werken met
de opgedane kennis over de wijziging in hun gebied sinds oktober. Ofwel
dat ze uiteindelijk eieren voor hun geld kiezen en uitwijken naar de nieuwe
locatie met de opgehangen nesten. Voor die eerste groep vogels is dat niet
gemakkelijk, maar het is door de zure appel heen bijten om een ombuiging
te bewerkstelligen. De hoop is zeker gevestigd op de nieuwe generatie:
die zou, als de theorie klopt, de roeken-kolonie in de aangewezen locatie
in het buitengebied moeten versterken. Sociale binding is hierbij een belangrijke
factor. De verwachting is dan dat over de jaren de kolonie alleen maar
groeit en dat de neiging om de overlastlocatie te bezoeken alleen maar
kleiner gaat worden.
Hoogeveen
Voor de gemeente Hoogeveen lijkt het verhaal in grote lijnen zo uit
te komen en dat is nog niet eerder vertoond. De aangewezen locatie in het
buitengebied waar hiervoor niet eerder is genesteld, blijkt medio april
honderdzeven entwintig nesten rijk te zijn! Die roeken zijn van de begraafplaats
afkomstig waar eerder zo'n driehonderdvijftig paren nestelden en overlast
veroorzaakten. Elf nesten zijn overgebleven of gekomen nadat hier het weren
gestaakt werd. Nabij het Hoogeveense voetbalveld is het andere deel neergestreken.
Niet alle paren zijn dus over, maar we zitten met de aanpak op het goede
spoor.
Takken
De nesten zijn dus van belang. Dat is één. Maar veel
nesten gaan in de loop van het jaar verloren en er wordt ieder jaar fors
bijgebouwd. Zou het aanbod van tak-materiaal dan ook aantrekkelijk kunnen
zijn? We hebben met vrijwilligers van het natuureducatiecentrum van Hardenberg
en de werkgroep Avifauna Drenthe nesten geanalyseerd. We weten op grond
hiervan redelijk waar nesttakken aan moeten voldoen. We weten ook dat roeken
volop takken van elkaar stelen tijdens het nestbouwen en dat ze takken
uitbreken. Ze doen dus veel moeite om aan takken te komen, terwijl de bodem
bezaaid kan zijn met takken. Je zou dan ook denken dat roeken met een goed
aanbod van takken gediend zouden kunnen zijn. We hebben dat volop geprobeerd:
takken op maat op de grond bij de kolonie gelegd, verschillende soorten
takken naast elkaar gelegd, takken in een mandje hoog in de boom aangeboden,
enzovoort, maar het resultaat is teleurstellend. Het aanbod wordt niet
of nauwelijks geaccepteerd. Dit heeft ook weer iets kostelijks. We gaan
dit verder uitpluizen en houden ons dan ook aanbevolen voor elk goed idee
om roeken met takken of anderszins te lokken. Als we dat weten, kan dat
niet alleen voor het lokken naar de alternatieve nestelplaatsen van belang
zijn, maar ook om te voorkomen dat roeken takken uit fruitbomen breken.
Nog
veel vragen
Het stelen van takken heeft ook iets merkwaardigs: waarom zou je een
nest willen bouwen in een omgeving waar de kans groot is dat jouw takken
gestolen worden? Ofwel waarom zou je als roek eigenlijk in een kolonie
nestelen? Er moet dus een positieve waarde zijn. Gezamenlijke alarmering
bij de komst van een roofdier ligt dan voor de hand. Maar ik heb dit jaar
nog gezien dat roeken een jong van een ander paar doden. Wat voegt het
alarm dan toe? Verder is het zo, dat roeken eigenlijk elkaar maar half
half opzoeken. Als je goed kijkt, zie je ook dat kolonies eigenlijk uit
clusters bestaan. Zie je daarbinnen dan ook takkendiefstal, of het doden
van jongen of is dat juist tussen de clusters? Puzzels die op dit moment
nog moeilijk op te lossen zijn, maar, die het ontstaan van het kolonieleven
bij roeken alleen maar intrigerender maken. En dan heb ik het nog niet
eens over de nauwe relatie met kauwtjes tijdens het verzamelen in
de ochtend of avond, bij het slapen in de winter, tijdens het foerageren
en zelfs tijdens het nestelen. Wat weten we nog weinig! Maar hoe meer we
te weten komen, hoe beter het zal lukken om roeken te begrijpen. Begrip
is een goede basis voor oplossingen. Dat in ieder geval. |